lijntext2

Rini Hurkmans – De Binnentuin

De hoop sterft als laatste, wordt wel gezegd. Maar wie de hoop op genezing heeft moeten opgeven heeft tot het onafwendbare einde vaak nog moeilijke dagen te gaan. ‘Hier werd de tijd anders, voor u en uw naasten.’ Zo luidt de eerste strofe van het gedicht waarmee het personeel van Regionaal Palliatief Centrum Cadenza in Rotterdam de overledenen uitgeleide doet die er hun laatste dagen hebben doorgebracht. Cadenza zorgt niet alleen voor haar zieke cliënten, maar ook voor de mensen om hen heen. Het inloopcafe blijft voor hen open staan, er vindt rouwbegeleiding plaats en intieme herdenkingsbijeenkomsten. Cadenza voorzag in een grote behoefte in de regio, het gebouw werd nog voor de opening in gebruik genomen. De ruimte die als stilteruimte gedacht was, werd inderhaast van dezelfde stoffering voorzien als de gangen en entreehal. Aan SKOR kwam het verzoek om mee te denken over een kunstproject dat deze ruimte tot de bijzondere plaats zou kunnen transformeren zoals oorspronkelijk de bedoeling was.

Rini Hurkmans nam als vertrekpunt voor haar kunstwerk een doek die als een vrijhangende sculptuur door de ruimte meandert. Het doek is op verschillende manieren open of dicht te schuiven. Op deze manier kan er een intieme plek worden gecreeerd, voor een groepsbijeenkomst, een goed gesprek of om je even terug te kunnen trekken. Hurkmans liet de ramen en deuren aanpassen en ook het meubilair is zorgvuldig door haar ontworpen of gekozen. De Binnentuin, zoals Rini de ruimte heeft genoemd, komt uit op de tuin. Maar meer nog verwijst de titel naar de binnenwereld van elk individu, waarin die geborgenheid tracht te vinden.

Laurens, de zorggroep waarvan Cadenza deel uitmaakt, is van oorsprong katholiek, maar wil nadrukkelijk recht doen aan de nog steeds toenemende diversiteit aan achtergronden en overtuigingen van de bevolking van Rotterdam-Zuid, waar Cadenza is gevestigd. Het stiltecentrum heeft geen nadrukkelijk confessionele signatuur gekregen maar speelt in op algemeen menselijke behoeftes en vragen die samenhangen met het stervens- dan wel rouwproces van zijn gasten.

De doek is een vele meters lang patchwork van lapjes stof die, zoals de gasten van Cadenza, overal vandaan komen. Er is zijde uit India, brokaat uit Syrie, gebatikt Afrikaans katoen van Nederlandse makelij en sobere weefsels uit Peru. Van al haar reizen neemt Hurkmans stoffen mee. Textiel speelt al millennia een rol in alle denkbare liturgische en profane tradities, niet in het minst in de persoonlijke rituelen die een mensenleven articuleren. Een doopkleed, bruidsjurk of lijkwade. Een overerfd tafelkleed, het krijtstreeppak, een T-shirt dat nog een zweem van iemands geur draagt. De herdenkingsquilt. Een vlag die vraagt om compassie.

Het scheppen van een interface, van een plaats of mogelijkheid voor het ongewapende innerlijk van mensen om met een complexe, materiële en soms onbarmhartige buitenwereld om te gaan is een constante in het werk van Rini Hurkmans. In haar vroegere sculpturale werk komen veelvuldig cocons en zgn. ‘asylums’ voor. Behalve de culturele connotaties, zoals bij de Pieta bestaande uit kledingstukken die zij voor het Parque de la Memoria in Argentinie maakt, is vooral ook de universele lijfelijkheid van textiel een reden om met dit materiaal te werken. Stof beschermt tegen het vrije spel van de elementen en tegen geladen blikken. Misschien is er troost te vinden in de herkenning van het vele aandachtige handwerk dat voor De Binnentuin is verricht. Misschien helpt het voorzichtig betasten van de stof en stiksels soms meer dan goedbedoelde woorden. De Binnentuin is een omgeving om omgeven te zijn. De vragen die de voorheen kale ruimte opriepen hebben Hurkmans geleid tot de kern van de palliatieve zorg. Pallium betekent immers mantel, die, zoals Sint Maarten deed volgens de legende, wordt gedeeld met iemand die dat in dat uur nodig heeft.

Nils van Beek, curator SKOR, Foundation Art and Public Space, Amsterdam 2010

previous